De wereld van sportweddenschappen kent een eigen jargon. Termen als Asian Handicap, Money Line en Over/Under kunnen voor beginners verwarrend zijn. Om je te helpen het wedden onder de knie te krijgen, heeft Bet-Experts.nl een uitgebreid woordenboek samengesteld met de belangrijkste definities. Loop het alfabet door en leer de taal van de bookmakers.

‍

‍

A

• Accumulator (Acca): Een combinatie van meerdere weddenschappen op één betslip. Alle individuele selecties moeten correct zijn om de totale weddenschap te winnen.
• Action: Term voor het hebben van een actieve weddenschap op een evenement.
• Against the Spread (ATS): Een term die in Amerikaanse sporten aangeeft of een team beter of slechter presteert ten opzichte van de handicap (spread).
• Asian Handicap: Een populaire wedvorm waarbij een team een virtuele voorsprong of achterstand krijgt. Hierdoor wordt een gelijkspel vaak uitgesloten of kan de inzet terugbetaald worden (push). Bijvoorbeeld: '-1.5 Asian Handicap: Ajax wint' betekent dat Ajax met minimaal twee doelpunten verschil moet winnen.
• Asian Lines: Vergelijkbaar met Asian Handicap, maar specifiek voor het totale aantal doelpunten (over/under). Bijvoorbeeld: 'Meer dan 3 Asian goals' is winnend bij 4+ goals, bij 3 goals krijg je je inzet terug, en bij 2 of minder goals verlies je.
• Assist: Een statistische term die de directe pass beschrijft die leidt tot een doelpunt (vooral bij basketbal, ijshockey).
• ATP (Association of Tennis Professionals): De overkoepelende organisatie voor het mannentennis.
• Away Team: Het uitspelende team.

‍

B

• Bankroll: Het totale budget dat een speler beschikbaar heeft voor sportweddenschappen.
• Base (Baseren): Een tactiek waarbij je één of meerdere 'zekere' wedstrijden kiest en deze combineert met andere, risicovollere weddenschappen.
• Beide Teams Scoren (BTTS): Een weddenschap waarbij je voorspelt of beide ploegen in een wedstrijd ten minste één doelpunt maken. Er is ook een 'Nee'-optie.
• Bet: Een Engels woord voor weddenschap of inzet.
• Betslip: Het elektronische wedformulier waarop je selecties worden verzameld en geplaatst.
• Betting: Het Engelse woord voor wedden.
• Bet Builder: Een functie waarmee je verschillende weddenschappen binnen één en dezelfde wedstrijd kunt combineren tot één weddenschap (bijv. Ajax wint, speler X scoort, en beide teams scoren).
• Bookmaker: Een aanbieder van sportweddenschappen, zoals BetCity.
• Bonus: Extra speeltegoed of een free bet die een bookmaker aanbiedt, vaak bij registratie of storting.

‍

C

• Cash Out: De optie om een weddenschap vroegtijdig te laten uitbetalen tegen een bepaald bedrag, voordat de wedstrijd is afgelopen.
• Chalk: De favoriet in een weddenschap.
• Clean Sheet: Term uit het voetbal; een team dat de wedstrijd uitspeelt zonder een doelpunt tegen te krijgen (nul tegendoelpunten).
• Combinatieweddenschap: Een combinatie van meerdere weddenschappen op één betslip. Alle individuele selecties moeten correct zijn om de totale weddenschap te winnen.
• Correcte Score: Een weddenschap waarbij je de exacte eindstand van een wedstrijd voorspelt.
• Cover the Spread: Het winnen van een weddenschap met handicap, door het vastgestelde verschil te overtreffen.
• Decimal Odds: De meest gangbare odds in Europa (bijv. 2.50), die de totale uitbetaling per ingezette euro weergeven.

‍

D

• DNB (Draw No Bet): Een weddenschap op winst van een team, waarbij je je inzet terugkrijgt bij een gelijkspel.
• Dubbele Kans: Een weddenschap waarbij je inzet op twee van de drie mogelijke uitkomsten van een wedstrijd (1X, X2 of 12).
• Draw: Gelijkspel.
• Drift: Wanneer de odds van een selectie stijgen (uitlopen) naarmate een evenement nadert.

‍

‍

E

• Edge: Een voordeel dat een wedder heeft ten opzichte van de bookmaker, vaak door betere informatie of analyse.
• Enkele Weddenschap (Single Bet): Eén losse weddenschap op één specifieke uitkomst.
• Even Money (Evens): Odds van 2.00, waarbij je inzet verdubbelt bij winst.
• Exotic Bet: Een minder gangbare of complexere weddenschap.

‍

F

• Favorite: Het team of de speler met de grootste kans om te winnen, met de laagste odds.
• F1: Afkorting voor Formule 1.
• First Goalscorer: Een weddenschap op de speler die het eerste doelpunt in de wedstrijd zal maken.
• Fivefold: Het combineren van vijf wedstrijden in één accumulator.
• Fixed Odds: Vaste odds die niet veranderen nadat je de weddenschap hebt geplaatst.
• Fourfold: Het combineren van vier wedstrijden in één accumulator.
• Free Bet: Een gratis weddenschap die door een bookmaker wordt aangeboden, waarbij vaak alleen de winst wordt uitbetaald.

‍

G

• Gelijkspel Geen Weddenschap (Draw No Bet): Een weddenschap op winst van een team, waarbij je je inzet terugkrijgt bij een gelijkspel.
• Goal Line: Vergelijkbaar met de handicap of over/under lijn voor het aantal doelpunten in een voetbalwedstrijd.

‍

H

• Halftime/Fulltime (HT/FT): Een weddenschap waarbij je inzet op de stand bij rust én de eindstand (welk team leidt, of gelijkspel).
• Handicap: Een weddenschap waarbij een team een virtuele voor- of achterstand krijgt om de odds aantrekkelijker te maken.
• Head-to-Head (H2H): Een weddenschap op de winnaar van een directe confrontatie tussen twee partijen.
• Home Team: Het thuisspelende team.
• HT (Half Time): Ruststand.

‍

I

• Inzet: Het bedrag dat je op een weddenschap plaatst.
• In-Play Betting (Live Wedden): Weddenschappen plaatsen terwijl een evenement al bezig is, waarbij de odds voortdurend veranderen.

‍

J

• (Geen gangbare termen)

K

• (Geen gangbare termen)

‍

L

• Leg: Een enkele weddenschap binnen een accumulator.
• Limieten: Vastgestelde grenzen aan inzetten, stortingen of opnames.
• Line: De waarschijnlijkheid van een uitkomst, uitgedrukt in een getal (decimaal of fractioneel) dat de potentiële winst bepaalt. Synoniem voor noteringen en quoteringen.
• Live Wedden: Weddenschappen plaatsen terwijl een evenement al bezig is, waarbij de odds voortdurend veranderen.
• Lock: Een weddenschap waarvan de uitkomst als zeer zeker wordt beschouwd.
• Longshot: Een weddenschap met zeer hoge odds en een kleine kans op winst.
• Loss: Verlies van een weddenschap of inzet.

‍

M

• Meer/Minder (Over/Under): Een weddenschap waarbij je voorspelt of het totale aantal punten/goals/etc. hoger (over) of lager (under) zal zijn dan een vastgestelde lijn.
• Meervoudige Weddenschap: Een combinatie van meerdere weddenschappen op één betslip. Alle individuele selecties moeten correct zijn om de totale weddenschap te winnen.
• Money Line: Een weddenschap op de winnaar van de wedstrijd, zonder handicap (inclusief verlenging/shootout in o.a. NBA en NHL).

‍

‍

N

• NAB (Niet Aan Bod): Term uit de paardenraces, wanneer een paard niet meedoet.
• Noteringen: Een synoniem voor odds en quoteringen. De prijsbepaling van een weddenschap.

‍

O

• Odds: De waarschijnlijkheid van een uitkomst, uitgedrukt in een getal (decimaal of fractioneel) dat de potentiële winst bepaalt. Synoniem voor noteringen en quoteringen.
• Odds Boost: Een promotionele verhoging van de odds op een bepaalde weddenschap.
• Outright: Een langetermijnweddenschap op de winnaar van een heel toernooi, competitie of topscorer.
• Over/Under (O/U): Een weddenschap waarbij je voorspelt of het totale aantal punten/goals/etc. hoger (over) of lager (under) zal zijn dan een vastgestelde lijn.
• Overtime: Verlenging van de wedstrijd bij een gelijke stand na reguliere speeltijd.

‍

P

• Parlay: Een combinatie van meerdere weddenschappen op één betslip. Alle individuele selecties moeten correct zijn om de totale weddenschap te winnen.
• Pay Out: De uitbetaling van een winnende weddenschap.
• Pick 'em: Een weddenschap waarbij beide teams of spelers als even sterk worden beschouwd (odds rond 1.90-2.00).
• Player Props: Weddenschappen op individuele spelersstatistieken (punten, tackles, assists, schoten op doel, etc.).
• Pre-match: Een weddenschap die wordt afgesloten voorafgaand aan de aftrap of start van de wedstrijd.
• Profit Boost: Een functie waarmee de potentiële winst van een weddenschap wordt verhoogd (vaak in procenten).
• Promoties: Speciale acties voor nieuwe en/of bestaande klanten om extraatjes te bieden.
• Punt: Een trap in American Football om de bal ver weg te schoppen. Ook wel term voor de inzet zelf.
• Push: Wanneer de uitkomst van de weddenschap precies op de vastgestelde lijn eindigt (bijv. over/under 2.0 goals), waardoor de inzet wordt terugbetaald.

‍

Q

• Quoteringen: De waarschijnlijkheid van een uitkomst, uitgedrukt in een getal (decimaal of fractioneel) dat de potentiële winst bepaalt. Synoniem voor noteringen en quoteringen.

‍

R

• Reguliere Speeltijd: De officiële duur van een wedstrijd (bijv. 90 minuten voetbal), exclusief verlenging en strafschoppen.
• Return on Investment (ROI): Een percentage dat het rendement op een investering/weddenschap aangeeft.
• Return: De totale uitbetaling (inclusief inzet) van een winnende weddenschap.
• Rust/Eindresultaat: Een weddenschap waarbij je inzet op de stand bij rust én de eindstand (welk team leidt, of gelijkspel).

‍

‍

S

• (Losse) Schoten: Een doelpoging met de intentie om richting het doel te schieten, ongeacht of de bal tussen de palen gaat, geblokt wordt of naast gaat.
• Schoten op Doel: Een doelpoging die tussen de doelpalen en de lat wordt geschoten, of door de keeper wordt gestopt.
• Single Bet: Eén losse weddenschap op één specifieke uitkomst.
• Sixfold: Het combineren van zes wedstrijden in één accumulator.
• Spread: Een weddenschap waarbij een team een virtuele voor- of achterstand krijgt om de odds aantrekkelijker te maken.
• Stake: Het bedrag dat je op een weddenschap plaatst.
• Stats: Statistieken (goals, tackles, assists, etc.).

‍

T

• Tackles: Statistiek in voetbal/American Football; het aantal succesvolle pogingen om een tegenstander van de bal te scheiden.
• Tip: Een voorspelling of advies over de uitkomst van een wedstrijd.
• Tipster: Iemand die tips geeft over sportweddenschappen.
• Total: Een weddenschap waarbij je voorspelt of het totale aantal punten/goals/etc. hoger (over) of lager (under) zal zijn dan een vastgestelde lijn.
• Treble: Een accumulator met drie selecties.

‍

U

• Underdog: Het team of de speler met de kleinste kans om te winnen, met de hoogste odds.
• Under: Een weddenschap op een uitkomst die lager is dan de vastgestelde lijn (bijv. minder dan 2.5 goals).
• Upset: Een onverwachte overwinning van de underdog.

‍

V

• Value Bet: Een weddenschap waarbij de odds van de bookmaker hoger zijn dan de werkelijke kans die de wedder inschat, wat een voordeel oplevert.
• Variance: De natuurlijke schommeling in de resultaten van weddenschappen (winst/verlies) over tijd.

‍

W

• Wincast: Een weddenschap op de speler die scoort én de einduitslag van de wedstrijd.
• Winning Margin: De weddenschap op het exacte verschil in goals/punten waarmee een team wint.

‍

X

• Gelijkspel: X wordt vaak gebruikt bij gelijkspel

‍

Y

• (Geen gangbare termen)

‍

Z

• (Geen ganbare termen)